de brandweer nadert met de lokroep
waarvoor je drie stappen achteruit zet
te laat sloeg je alarm
het dak stort klagend in
werpt vonken en vlokken omhoog als confetti
het vuur zuivert het huis van bezwarende foto’s
en verboden brieven, de kluis spaart ons testament
ramptoeristen stromen toe, staren naar bluswater en rook
de waterslang spuwt onder hoge druk
we gissen, aangestoken door de lucifer van een kus
de omgestoten kaars in een vlaag van woede
de kortsluiting in een huwelijk?
de makelaar van het hart herinnert ons aan uitzonderingen
de advocaat sleept de schade uit de brand