top of page

op die lentedag


toen het glazen oerwoud zijn valkuilen open sloeg soortgenoten samentroepten kuddes en scholen aanschoven voor poorten van fuiken en kooien

ben ik nog voor zonsopgang weggeslopen naar een grootstad van wilgen en berken waar wandelpaden aangeboden lagen in etalages van blinkende bladeren

ik hoefde geen sporen na te laten ik moest geen varen geen steen of wortelstronk markeren niemand zou me volgen langs mijn slingerweg

de meeste van mijn dagen bracht ik door in kruinen van een warenhuis waar ik vrij kon zwerven tussen bessen en noten en met mijn reukvermogen

de afstand kon vergroten

bottom of page