als de ventilator in de hitte roert
stijgt de spiegel tot aan onze lippen.
we duiken naar bleek koraal.
tussen onze vingers groeien opnieuw vliezen.
of een meteoriet slaat in, een kruimel
uit de hand van een god geblazen.
as weert het licht en maakt de lange winter.
we trekken de kleren van mammoetjagers aan.
reisagenten wijzen naar de evenaar.
of we wijken uit naar Mars
waar we gewicht verliezen.
daar teren we op astronautenvoer,
bij gebrek aan kluif
vallen onze tanden uit.
opnieuw hijsen we de papfles.