de helft van het dorp werd gesloopt
de school waar hij aap noot vis las
met een wijsvinger onder elk woord
zonder opstand gingen muren tegen de vlakte
een tapasbar rees uit het puin van een kroeg
ooit een heilige plek, een oord van verderf
de tapkast als altaar, het gewijde biervat
de oude bib lijdt nog aan leegstand
onder het gebinte wonen schimmen van lezers
bij de banketbakker kan je nu halters heffen
spieren spiegelen, naar een bergtop steppen
op de kaart van zijn geheugen wijkt de schaal af
het weidse speelveld kromp tot peutertuin
een weduwe kocht het ouderlijke huis
haar spons ging over vingerafdrukken